Schrif­telijk vragen over zwanen­driften

De Partij voor de Dieren heeft samen met de Partij van de Arbeid schriftelijke vragen gesteld over de activiteiten van zwanendrifters in de Krimpenerwaard.

Omschrijving problematiek

Onlangs is in de landelijke pers (o.a. 1 Vandaag) veel aandacht geweest voor de illegale en dieronvriendelijke activiteiten van een groep zwanendrifters.

Uit bijgaande filmopnames blijkt dat deze zwanendrifters ook optreden als muskusrattenbestrijders in de Krimpenerwaard vanuit de dienst Muskusrattenbeheer, waarin ook het HH Delfland opereert. Zie bijgaande link met televisie-opname en documentatie. http://nieuws.tpo.nl/2015/07/11/schokkende-video-zwanenmishandelaars-gaan-vrijuit- dankzij-corrupte-politie/

Inmiddels heeft naar verluid het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden daadkrachtig ingegrepen en deze personen gemeld dat deze activiteiten niet verenigbaar zijn met een functie voor de Dienst Muskusrattenbeheer. Ook de landelijke politiek heeft zich inmiddels over deze kwestie en de vergunning uitgelaten. Zie ook daarvoor bijgaande informatie: http://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/nieuws/waterschap-zet- rattenvangers-op-non-actief.9483854.lynkx

De afgelopen periode hebben we vanuit de Verenigde Vergadering immer aangedrongen op een diervriendelijke werkmethode van de dienst muskusrattenbeheer. De bijgaande filmopnamen waarbij we kunnen zien hoe deze personen met andere fauna en omwonenden omgaan doet ons vermoeden dat deze diervriendelijke werkwijze onvoldoende is verankerd in het handelen van de medewerkers.

Ook vermoeden wij wij dat het gezag van een Dienst Muskusrattenbeheer wordt aangetast indien personen en materieel ook worden ingezet voor deze dieronvriendelijke acti- viteiten. Bovendien wordt door dergelijk handelen het maatschappelijk draagvlak ondermijnd.

Vragen

1. Bent U bekend met bovengenoemde kwestie?

Antwoord: Ja

2. Kunt u bevestigen dat deze genoemde medewerkers inmiddels niet meer optreden namens de gezamenlijke Dienst Muskusrattenbeheer, dan wel niet meer zullen optreden als zwanendrifters? Gaarne een toelichting.

Antwoord: De medewerkers zijn door HDSR geschorst gedurende een onderzoek wat is ingesteld. In dit onderzoek wordt onderzocht of deze medewerkers tijdens diensttijd aan zwanendriften hebben gedaan en of daar bedrijfsmaterieel bij gebruikt is. Dit onderzoek loopt nog. HDSR heeft de toestemming om aan zwanendriften te doen als nevenactivi- teit ingetrokken. Dit betekent dat een medewerker van HDSR deze nevenactiviteit niet kan uitvoeren als diegene in dienst is bij HDSR.

3. Zullen zij in de toekomst weer op kunnen treden namens de Dienst Muskusrattenbeheer? Zo ja, tegen welke voorwaarden?

Antwoord: Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek zou dit kunnen. Maar zoals gesteld in vraag twee niet met zwanendriften als nevenactiviteit.

4. Zijn deze personen ook in Delfland actief geweest namens de Dienst Muskusrattenbeheer?

Antwoord: Voor zover bekend heeft dit niet plaats gevonden.

5. Deze vermenging van activiteiten heeft al meerdere jaren plaats gevonden, blijkt uit de opnamen. Kunt U aangeven hoe U aankijkt naar deze vermenging, mede in het licht van de diervriendelijke werkwijze die de dienst Muskusrattenbeheer is opgedragen? Deelt U de mening dat een vermenging van dit soort activiteiten niet wenselijk is voor het gezag en imago van de Dienst Muskusrattenbeheer? Is de bedrijfsvoering en aansturing van de Dienst Muskusrattenbeheer (ook qua houding en cultuur) adequaat geweest?

Antwoord: Dat is niet wenselijk en we zijn dan ook blij met de maatregelen die HDSR heeft genomen.

7. Hoe wilt U in de komende periode borgen in proces en praktijk dat de dienst in lijn opereert met de door de waterschappen geformuleerde opdracht? Hoe verwacht U werkwijze en cultuur hiermee in lijn te brengen?

Antwoord: Naar aanleiding van deze kwestie heeft HDSR benadrukt dat er uiteraard al- les aan gedaan wordt om waar mogelijk zo diervriendelijk mogelijk te werk te gaan. Dat betekent dat het materiaal en materieel optimaal moeten worden ingezet en dat het personeel bij herhaling mee wordt genomen in wat van hun wordt verwacht. Het streven naar een stabiele situatie biedt in deze de beste garantie om dierenleed te beperken: bij een constant laag rattenbestand is de noodzaak tot het doden van ratten ten slotte het kleinst. Het college staat achter de strategie van Muskusrattenbeheer.