Maai­veld­hoogten worden weer­ge­geven bij peil­be­sluiten

Belangrijke taak voor waterschappen zijn de peilbesluiten; hoe hoog of laag staat het (grond)water. Belangrijk hierbij is ondermeer dat bodemdaling – door een te laag waterpeil – wordt voorkomen. Voor delen met een sterke bodemdaling is een drooglegging van ca 40 cm onder maaiveldhoogte gewenst. Hierbij is het vaak het beste als er een specifiek zomer- en winterpeil wordt ingesteld. Voor sommige gebieden kan dit leiden tot extensivering van het grondgebruik. Extensieve veeteelt met veel ruimte voor weidevogels is dan mogelijk. In delen met een matige bodemdaling kan een drooglegging van –60 cm worden gehandhaafd.
Om dit beter inzichtelijk te krijgen heeft de fractie verzocht dat standaard de maaiveldhoogten worden weergegeven bij peilbesluiten. Tot op heden werd enkel de hoogte t.o.v. het NAP vermeld. Delfland heeft de toezegging gegeven de maaiveldhoogten standaard bij peilbesluiten te vermelden.